ds. Gerhard Scholte
Overweging
bij Exodus 16 en Matteus 25 (vanaf vers 13)
Lieve mensen, thuis online met ons verbonden en jullie hier in Oranje
kerk,
Ik herhaal nog even de laatste verzen van de Matteus lezing.
“ Want wie heeft, hem zal gegeven worden, en wel in overvloed. En wie
niet heeft hem zal afgenomen worden ook wat hij heeft. En die nutteloze
dienaar, gooi die eruit, gooi hem in de bui-ten-ste duisternis. Daar zal
gejammer zijn en tandengeknars!’
Het is precies dit soort
bijbelteksten dat me als kind heeft vervuld met angst en afkeer. Die angst is
me altijd bijgebleven… Want ik liet zulke woorden heel serieus bij me
binnenkomen. Vroeg me af of ik wel genoeg van God hield? En: Wat was genoeg?
En talenten, had ik die
wel? Hadden anderen om me heen niet veel
betere?
En dat van die buitenste
duisternis…dat deed me helemaal
verstijven! Je werd uiteindelijk dus
beoordeeld op de ontwikkeling van je talenten! En natuurlijk wilde ik niet voor
eeuwig worden buitengesloten.
Ben ik de enige die zo reageerde
bij het voorlezen van deze gelijkenis?
Mijn vraag vanmorgen is deze: Kunnen,
ja wie weet moeten we dit verhaal niet anders lezen? Laten we dat es
proberen.
Het verhaal laat zich in eerste
instantie op twee manieren lezen: letterlijk en figuurlijk.
- Het is letterlijk een verhaal over het
vermeerderen van kapitaal. Over rijk rijker, rijkst. Drie mensen krijgen een
groot kapitaal aan zilvergeld mee om ermee te speculeren of handel te drijven voor de grote kapitaalbezitter
zelf, die ondertussen zelf langdurig op plezierreis gaat. Twee van hen krijgen
een grote beloning na afloop. De derde wordt het land uitgegooid en zwaar
gestraft omdat hij niets extra’s had bijverdiend voor zijn heer.
- Tweede manier om het te lezen: Als metafoor. Uit verlegenheid met deze
gelijkenis uit Jezus’ mond, hebben we er een metafoor van gemaakt. Een
gelijkenis voor het ontwikkelijken van menselijke talenten. In dienst van kerk
en geloof, dat natuurlijk wel.
Welbeschouwd zit er eigenlijk nauwelijks verschil tussen die
beide wijzen van lezen. Het negatieve voorbeeld is en blijft - bij 1 en 2 - dat van ‘de slechte en luie dienaar’ die zijn
talent aan zilvergeld begroef! En wat blijft nadreunen is ‘Wie niet heeft, ook
wat hij heeft wordt hem afgenomen’. En die ‘buitenste duisternis’.
Goed om dit verhaal
nog eens grondig te herlezen, in de context van Matteus. En in de context van
de hele Bijbel/Schrift!
I. Eerst maar eens in de context van de Bijbel
: Luisteren we naar het Manna-verhaal van Exodus.
Daar klinkt een heel ander geluid:
Dit: Er is genoeg voor
iedereen! Ja er is genoeg als ieder neemt wat ie nodig heeft en niet meer dan dat! En ga het vooral niet voor later bewaren en
oppotten, want dan gaat het geheid
rotten. Deze regel van het Manna, werd voor de latere profeten een
grondregel. Je ziet het overal terugkomen bij de latere
bijbelschrijvers:
Luister naar de profeet Ezechiël:
Wee de bokken die de schapen bij de etenstrog verdringen! Of Luister
naar Jesaja: Wee daarom zij die huis aan huis willen voegen! Wee de huisjesmelkers.
De profeten hadden juist
oog voor wie er verdrongen werden naar ‘de buitenste duisternis’. De hele optiek van BIJBELSE verhalen is
precies op die buitenste duisternis gefocust. Niet om mensen erin te
krijgen, maar om ze eruit te bevrijden! Je hoort steeds de verhalen van mensen
die daar terecht zijn gekomen: Jozef
in de put, Israël in het slavenhuis van Egypte, het volk van Juda in
ballingschap naar Babel, de verpauperde op straat levende zwervers, die
dagelijks rondom Jezus te vinden waren.
Ja Jezus zelf werd naar die buitenste duisternis verstoten door
de toenmalige Joodse en Romeinse machthebbers! De ‘buitenste duisternis’ is het
verhaal van Goede Vrijdag…
II. Laten we dan NU eens kijken
naar de directe omgeving van dit verhaal in het Matteusevangelie. Kort hiervoor
gaf een Landeigenaar zijn dienaren
expliciet de opdracht hun medearbeiders op tijd van voedsel te voorzien! Daar klinkt dus het tegendeel van wat het talentenverhaal vertelt, namelijk: Wie Niet heeft, hem zal gegeven worden! Zorg
voor een rechtvaardige verdeling van het dagelijks brood. Ook Hier weer de echo van het Mannaverhaal.
En het Verhaal dat
onmiddellijk hierna wordt verteld, is dat van het LAATSTE OORDEEL: Waar we
de Koning, overduidelijk de Christus zelf, horen zeggen: Wat je aan de minste
van mijn mensen hebt gedaan hebt je aan Mij gedaan. Die ‘minste van mijn
mensen’, dat zijn de mensen die hier en nu concreet worden buitengesloten, die
niet alleen niet mee kunnen komen, maar die het verboden wordt met ons mee te
doen! TOEN en NU! Die niet zelden naar de buitenste rand van ons samenleven
worden verstoten.
===
Eerder zei ik: Hoe je nu onze gelijkenis ook leest,
letterlijk of figuurlijk, de man die een talent kreeg, maar het begraaft in de
aarde is het slechte voorbeeld.
MAAR…
Maar gelet op de hoofdlijn van
de Grondregel van Manna-verhaal en de profeten EN gelet op het directe verband,
is het de vraag of het niet juist deze man is, die precies uitbeeldt waar
het Jezus om ging, Hij weigert
dienst en saboteert de opdracht van de Rijke Rentenier, door zijn talent zilver
te begraven. Let Wel Begraven! Vreemd eigenlijk, waarom begraven?
Een klein rekensommetje: 1
talent zilvergeld was gelijk aan 6000 drachmen. Dat zegt jullie nog niks… maar
1 drachme was gelijk aan wat een arbeider als dagloon kreeg. Dus als je maar 1 talent bezat, zoals de
slechte en luie dienaar, dan hoefde je
voorlopig 6000 dagen niet te werken! Dat is ruim 16 jaar!
Grote vraag dus: Waarom
is deze man, die slecht en lui wordt genoemd, niet in de verleiding
gekomen om al dat zilvergeld rustig voor zichzelf te besteden?! Hij had toch na
afloop kunnen beweren dat hij er helaas niets mee had verdiend!
Maar nee, OPMERKERLIJK hij gaat
niet voor zichzelf, hij begrááft de volle som van 6000 zilverstukken. Wil
er m.a.w. niets mee te maken hebben! Trekt zn handen ervan af.
Nogmaals: de vraag is nu of het
niet de ‘slechte en luie’ dienaar is die duidelijk maakt wat Jezus ten
diepste bewoog?! Als je nu naar het slot van het verhaal
luistert, wordt die vraag beantwoord.
Luister maar eens naar de haarscherpe analyse van de ‘nutteloze
dienstknecht’! Dit zegt ie: ‘Ik heb U leren kennen als een streng mens,
die maait waar hij zelf niet gezaaid heeft en inzamelt van de plek waar hij
niet vrijgevig heeft uitgestrooid!’
Die analyse horen we tweemaal in het verhaal,
want zijn heer herhaalt die bijna letterlijk ‘Je wist dat ik maai, waar ik
zelf niet gezaaid heb? En je wist dat inzamel van de plek waar ik niet
vrijgevig heb uitgestrooid? Je had al
dat geld toch naar de bank kunnen brengen, dan had ik het met rente teruggekregen.’
Wij als luisteraars krijgen dus
TWEEMAAL te horen hoe onze hoofdpersoon ertegenaan kijkt! Op die manier
onderstreept de verteller de analyse van de ‘slechte en luie dienaar’ ! Zwartomlijnd!
Ha ja, en dan ook nog de
toevoeging van die RENTE! Ho even Rente
was in Joodse ogen van die dagen streng verboden!! Leviticus 25
Met deze analyse legt hij
tegelijkertijd de Vrijetijdscultuur bloot van de toenmalige rijken.
Moet je nagaan: Deze Rijke
Here-boer maakte een buitenlandse reis! Zelf deed
hij niets, rentenierde erop los, zaaide noch maaide zelf, maar eiste
ondertussen wel de grootste inspanningen van al zijn arbeiders. En die werden
afgeserveerd als ze het niet goed hadden gedaan.
Horen we hier niet de echo van
Jezus’ scherpe kritiek van de bestaande verhoudingen in zijn tijd?
Horen we hier niet een samenvatting
van Jezus’ leven zelf: Jezus
begraaft het geld, wijst zo dit onrechtvaardige kapitalistische systeem van
geldverdienen af. Metafoor van zijn dienstweigering aan de Mammon. Eerder in
het Matteus evangelie ( h.6) had Jezus al gezegd:
‘Niemand kan TWEE HEREN
DIENEN, want hij zal de ene haten en de andere liefhebben! Jullie kunnen niet
God dienen en tegelijk de Mammon!”
Slecht en Lui? Jezus zoekt de
menigten op die op straat leefden. Mensen die waren buitengesloten. Hij deelt zijn leven met ze, en het dagelijks
brood. Hij leert ze vertrouwen op Gods regels voor samenleven! Een samenleven van het genoeg! Jezus
begint te breken en te delen en zie: Het is genoeg voor 5000, 8000, het is
genoeg voor alle bewoners van de aarde!
(Nog
één vraag rest ons: Jezus laat heel dit verhaal/gelijkenis voorafgaan door deze
stevige waarschuwing: “ Wees dus
waakzaam, want jullie weten de dag noch het uur dat de mensenzoon zal komen”
…Waarvoor moeten we waakzaam zijn volgens Jezus? Ik denk : waakzaam voor de
vanzelfsprekendheid van de eerste twee dienaren waarmee die hun ‘opdracht het
kapitaal te vermeerderen’ aanvaarden, zonder vragen, zonder overdenking van de
Tora of de Leer uit de Bergrede van Jezus.) [1]
Ik wil eindigen.
Ik wilde vanmorgen allereerst
mijn eigen angsten, mijn eigen wrevel opgeroepen door dit oude verhaal, eens
met jullie delen. Wie weet herken je het? Laat me straks maar eens weten of
deze lezing je verder geholpen heeft?!
Bijbelverhalen zoals dit, die je
vandaag de dag niet anders dan ‘tandenknarsend’ kunt lezen, daarvan zijn er
meer. Ik heb er eens een aantal leerhuisavonden aan besteed.
Hoe helend is het om die angst
en die wrevel en verontwaardiging eens tevoorschijn te roepen en met elkaar te
delen.
Want één ding moet duidelijk zijn:
Angst kan nooit de bedoeling van
het evangelie zijn!
Godzijdank
[1]
Na de dienst toegevoegd, n.a.v. vraag wat dit verhaal te maken heeft met de
waarschuwing van Jezus in Mattheüs 25:13 ‘waakzaam te zijn’!