Opmaatverhaal ‘Wat een stille week’
Ds. Jantine Heuvelink, predikant Oranjekerk
Mama, heet dit echt de stille week? Hoe stil moet het eigenlijk zijn? Zo stil als nu? Dat we helemaal niemand zien, dat er haast geen auto’s rijden en we nergens heen gaan?
Het is zo wel heel stil he?
Ja. Ik vind het saai. En ik mis mijn vrienden. En ik heb soms zin om heel hard te schreeuwen.
Dat snap ik wel. Weet je, volgens mij past dat ook goed in een stille week. De Stille Week van Pasen heet zo, omdat deze week anders is, omdat we stilstaan bij het verhaal van Jezus, het lijdensverhaal, en omdat we daar ook stil van worden, omdat het zo verdrietig is, dat mensen Jezus zo slecht begrepen en zo kwaad op hem waren of bang voor hem waren, dat ze hem dood wilden hebben. Als je stil staat bij het verhaal en er stil van wordt, ja dan kan het gebeuren, wat jij hebt, dat je eigenlijk heel hard wilt schreeuwen, omdat je boos bent of verdrietig. Dat kan heel goed.
Dus het is niet meteen fout als je deze week toch lawaai maakt?
Nee, dat geeft niet.
Oh gelukkig, want weet je mam, wie er heel veel lawaai maken juist als het heel stil is?
Nee, weet ik niet, wat bedoel je?
De vogels! ’s Ochtends, heel vroeg, als het net licht wordt, dan word ik vaak wakker van de vogels bij mijn raam, en die gaan dan keihard. Wil je weten hoe hard? Fiewt, FIEWT, FIEWHT!!
Ja ja, shh, ik weet wat je bedoelt.
En daar word ik dan wakker van.
Ja, dat heb ik ook.
Dus die zijn helemaal niet stil. Ook niet in deze stille week.
Nee, inderdaad.
Maar dat mag toch wel, mama? Vogels mogen wel lawaai maken, toch? Want zij kunnen toch niet weten dat het een Stille week is omdat het bijna Pasen is?
Ah, liefje, weet je, dat het bijna Pasen is, dat weten de vogels misschien nog wel het beste van ons allemaal.